10. KOSTELOZE RECHTSKUNDIGE BIJSTAND
1. Kosteloze Rechtskundige Bijstand
Kosteloze rechtskundige bijstand is in de Nederlandse Antillen geregeld in het Landsbesluit Kosteloze Rechtskundige Bijstand (P.B. 1959, no.198).
Deze regeling voorziet in het verlenen van kosteloze rechtskundige bijstand aan on- of minvermogende personen die hierom verzoeken, en daar recht op hebben.
In deze folder vindt u kort aangegeven aan welke voorwaarden u moet voldoen om in aanmerking te komen voor (gratis) rechtsbijstand.
2. In welke gevallen is kosteloze rechtsbijstand mogelijk?
Kosteloze rechtskundige bijstand kan verleend worden in geval van een:
civiele zaak (b.v. arbeidsgeschil, echtscheiding, alimentatie zaak, huurgeschil etc.);
of een strafzaak.
3. Wie komt in aanmerking voor kosteloze rechtskundige bijstand?
In aanmerking komen over het algemeen on- of minvermogenden die hun werkelijke woonplaats hebben in de Nederlandse Antillen.
Zowel ingezeten Nederlanders als ingezeten vreemdelingen kunnen in aanmerking komen voor kosteloze rechtskundige bijstand in civiele zaken.
Wanneer hierover een verdrag van toepassing is, kunnen ook niet-ingezeten vreemdelingen in aanmerking komen voor kosteloze rechtskundige bijstand in civiele zaken.
Zowel ingezeten Nederlanders, ingezeten vreemdelingen als niet-ingezeten vreemdelingen kunnen in aanmerking komen voor rechtskundige bijstand in strafzaken.
4. Wie wordt als “on- of minvermogend” aangemerkt?
a. In het geval van een civiele zaak (met uizondering van arbeidsgeschillen) of een strafzaak wordt als on- of minvermogend aangemerkt: degene wiens inkomen uit arbeid gelijk of minder is dan het wettelijk vastgestelde minimumloon in categorie I.(zie folder: Bruto minimumuurlonen).
Hier wordt onder inkomen verstaan: het zuiver inkomen voor de inkomstenbelasting.
b. In het geval van een arbeidsgeschil wordt m.i.v 1-12-2000 als on- of min vermogend aangemerkt: degene wiens jaarlijkse bruto inkomen uit arbeid niet meer dan NAfl. 12.000,- bedraagt.
Verder kan degene wiens jaarlijkse bruto inkomen meer dan NAfl. 12.000,- maar niet meer dan NAfl. 22.500,- bedraagt, aanspraak maken op rechtsbijstand mits hij/zij bij de kas van de Landsontvanger een eigen bijdrage heeft betaald van:
· NAfl. 50,- indien het bruto inkomen per jaar meer dan NAfl. 12.000,- maar niet meer dan NAfl. 15.000,- bedraagt;
· NAfl. 125,- indien het bruto inkomen per jaar meer dan NAfl. 15.000,- maar niet meer dan NAfl. 17.500,- bedraagt;
· NAfl. 225,- indien het bruto inkomen per jaar meer dan NAfl. 17.500,- maar niet meer dan NAfl. 20.000,- bedraagt;
· NAfl. 350,- indien het bruto inkomen per jaar meer dan NAfl. 20.000,- maar niet meer dan NAfl. 22.500,- bedraagt.
M.a.w. naarmate het inkomen hoger wordt is een hogere eigen bedrage verschuldigd.
Let wel: deze eigen bijdrage geldt alleen in geval van een arbeidsgeschil!
Onder inkomen wordt verstaan: het bruto-loon uit arbeid, eventueel aangevuld met inkomsten uit een nevenbetrekking indien deze inkomsten tenminste 1/10de deel van het totale bruto jaarinkomen uitmaken.
5. Wat moet u doen om in aanmerking te komen voor kosteloze rechtskundige bijstand?
In het geval van een civiele zaak niet zijnde een arbeidsgeschil of strafzaak dient u zich op Curaçao tot de afdeling Kosteloze Rechtskundige Bijstand van de Directie Arbeidszaken te wenden met een inkomensverklaring. Deze verklaring kunt u krijgen bij de Inspectie der Belastingen; Regentesselaan z/n.
In het geval van een arbeidsgeschil dient u zich ook tot het bovengenoemde departement te wenden onder overlegging van uw recente loonstrook of loonstroken en, voorzover het van toepassing is in uw geval, met een verklaring van de Landsontvanger van de betaling van uw bijdrage.
Indien u geen loonstrook kunt overleggen, dient u een inkomensverklaring van de Inspectie der belastingen in, met dien verstande dat uit die verklaring niet alleen het zuiver inkomen, maar ook het bruto inkomen uit arbeid moet blijken.
6. Wat kunt u doen wanneer afgifte van een Kosteloze Rechtskundige Bijstandskaart wordt geweigerd?
In dat geval heeft u nog de mogelijkheid om u te wenden tot de Minister van Justitie. Deze kan in bijzondere gevallen beslissen om toch een kaart af te geven, indien uw economische toestand zodanig is, dat u hoewel u een hoger belastbaar inkomen heeft, niet in staat moet worden geacht de vermoedelijke kosten van het honorarium van een advocaat te betalen. Dit zult u uiteraard moeten aantonen.
7. Welke stappen kunt u nemen wanneer de advocaat uw belangen – naar uw mening – niet voldoende behartigt?
Indien u van mening bent dat de aangewezen advocaat uw zaak onvoldoende behartigt, kunt u dit gemotiveerd ter kennis brengen van de Minister van Justitie, waarna een onderzoek kan worden ingesteld naar de gegrondheid der klacht.
|