[ Home ] [ Folders Arbeidswetgeving ]

11 UITZENDWEZEN

1. Algemeen

Bij Landsverordening van 4 december 1989 (P.B. 1989 no. 73) is het ter beschikking stellen van arbeidskrachten wettelijk geregeld. Deze Landsverordening regelt het uitlenen van arbeidskrachten oftewel het "uitzendwezen". Bij Landsbesluit van 25 oktober 1996 (PB 1996, no. 139) zijn nadere voorwaarden gesteld voor het uitzendwezen.

De Landsverordening is in werking getreden voor het eilandgebied Curaçao (met ingang van 1 november 1996) en het eilandgebied Bonaire (met ingang van 7 februari 2009). De bepalingen van de Landsverordening gelden dus nog niet voor de andere eilandgebieden. Dat betekent niet dat het uitlenen van arbeidskrachten verboden is in die eilandgebieden. Er bestaat geen wettelijke regeling die het ter beschikking stellen van arbeidskrachten in die eilandgebieden verbiedt.

2. Uitzendvergunning

Alle uitzendbureaus op Curaçao dienen over een uitzendvergunning te beschikken. Een uitzendvergunning dient bij het Bestuurscollege te worden aangevraagd. Het Bestuurscollege kan de vergunning onder beperkende voorwaarden verlenen en kan hieraan voorschriften verbinden.

Het uitzenden van uitzendkrachten zonder vergunning is strafbaar, evenals het handelen in strijd met de wettelijke bepalingen en eventuele voorwaarden die de vergunning oplegt.

3. Wanneer is er sprake van ter beschikking stellen van arbeidskrachten?

Er is sprake van "ter beschikking stellen van arbeidskrachten", wanneer er tegen vergoeding arbeidskrachten (uitzendkrachten) ter beschikking worden gesteld aan een ander (de inlener), voor het, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, in diens onderneming verrichten van aldaar gebruikelijke arbeid.

Hieronder vallen niet:

a) vriendendienst (het bij wijze van hulpbetoon zonder winstoogmerk uitlenen van arbeidskrachten, die bij de uitlener ten behoeve van arbeid in diens onderneming in dienst zijn);

b) service-verlening etc. door leverancier/aannemer (het door een leverancier/aannemer voor beperkte tijd ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan de onderneming, waaraan een zaak is geleverd of waarvoor een werk tot stand is gebracht, waarbij met betrekking tot die zaak of dat werk taken moeten worden uitgevoerd);

c) het door een instelling, welke door ondernemers gezamenlijk of een organisatie van ondernemers, al dan niet tezamen met een organisatie van werknemers, daartoe in het leven is geroepen, zonder winstoogmerk ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan betrokken ondernemers.

4. In welke gevallen mag een uitzendkracht worden ingezet?

Het is in strijd met het belang van goede verhoudingen op de arbeidsmarkt, als niet tijdelijke arbeid verricht wordt door uitzendkrachten. In verband hiermee mogen uitzendkrachten alleen worden ingezet voor arbeid van tijdelijke aard, te weten in geval van:

1. vervanging van een tijdelijk afwezige werknemer;

2. vervanging van een werknemer wiens arbeidsovereenkomst is opgeschort, tenzij het gaat om een collectief arbeidsconflict;

3. tijdelijke vervulling van een vacature wegens beëindiging van een arbeidsovereenkomst van een vaste werknemer in afwachting van de daadwerkelijke indiensttreding van een nieuwe vaste werknemer;

4. toevallige vermeerdering van het werk;

5. aanvang van nieuw werk;

6. spoedeisend werk dat onmiddellijk moet worden uitgevoerd om dreigende ongevallen te voorkomen, om reddingsmaatregelen te organiseren of tekortkomingen van het materieel aan de installaties of aan de bedrijfsgebouwen die gevaar voor de werknemers kunnen opleveren te herstellen.

5. Hoelang mag het uitzenden duren?

Een uitzendkracht mag maximaal voor een periode van twaalf maanden aan dezelfde onderneming worden uitgeleend.

Twee elkaar binnen drie maanden opeenvolgende terbeschikkingstellingen door het uitzendbureau van dezelfde uitzendkracht aan dezelfde onderneming gelden als één doorlopende terbeschikkingstelling, die in totaal maximaal twaalf maanden mag duren.

Ook in het geval een uitzendkracht aan een onderneming ter beschikking wordt gesteld ter vervanging van een andere, eerder door het uitzendbureau aan de onderneming ter beschikking gestelde uitzendkracht, gelden beide terbeschikkingstellingen als één doorlopende terbeschikkingstelling, wanneer de duur van het tussenliggende tijdvak minder dan drie maanden bedraagt.

6. Relatie uitzendkracht, uitzendbureau en inlener

Indien iemand zich bij een uitzendbureau inschrijft om uitzendwerk te doen, is er doorgaans sprake van een voorovereenkomst tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Zodra de uitzendkracht voor het eerst wordt uitgezonden, is er sprake van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 1613a BWNA tussen het uitzendbureau en de uitzendkracht.

Dit houdt in dat het uitzendbureau het loon moet betalen, niet het inlenende bedrijf. Met betrekking tot de gezagsverhouding betekent dit dat het uitzendbureau het formele gezag uitoefent over de uitzendkracht. In de praktijk is het echter de inlener die de uitzendkracht instructies en opdrachten geeft.

Voorts zijn in beginsel alle wettelijke regelingen, die van toepassing zijn op de arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 1613a BWNA, ook van toepassing op de arbeidsovereenkomst tussen het uitzendbureau en de uitzendkracht. Het gaat met name om de Landsverordening Minimumlonen, de Arbeidsregeling 2000, de Vakantieregeling 1949 en de Cessantialandsverordening.

In de praktijk hebben de meeste uitzendbureaus in de contracten de clausule opgenomen dat indien er niet wordt gewerkt, er geen loon wordt betaald (“no work, no pay”). Dit betekent dat de uitzendkracht, die niet opnieuw wordt uigezonden na een eerdere uitzending, ook al is er sprake van een (voortgezette) arbeidsovereenkomst in plaats van een voorovereenkomst, geen recht op loon heeft.

Tenslotte moet het uitzendbureau als werkgever loonbelasting en sociale premies inhouden en afdragen.

7. De periode tussen twee uitzendingen

Twee opeenvolgende terbeschikkingstellingen door de houder van een vergunning van dezelfde arbeidskracht aan dezelfde onderneming gelden als een doorlopende terbeschikkingstelling, wanneer de duur van het tussenliggende tijdvak minder dan drie maanden bedraagt. Hetzelfde geldt indien een arbeidskracht aan een onderneming ter beschikking wordt gesteld ter vervanging van een eerder door de houder van een vergunning aan de onderneming ter beschikking gestelde arbeidskracht, wanneer de duur van de tussenliggende tijdvak minder dan drie maanden bedraagt.

Ligt er tussen de uitzendingen meer dan drie maanden, dan is er in die tussenliggende periode enkel nog sprake van de voorovereenkomst tot het (opnieuw) aangaan van een arbeidsovereenkomst.

8. Enkele verplichtingen van het uitzendbureau

Het uitzendbureau is verplicht de arbeidsovereenkomst met de uitzendkracht schriftelijk aan te gaan.

Het uitzendbureau mag niet meewerken aan draaideur-contructies. Dit betekent dat het uitzendbureau geen uitzendkracht mag uitlenen, als de uitzendkracht hoogstens drie maanden daarvoor in tijdelijke dienst van de inlener is geweest, terwijl de uitzendkracht vóór die tijdelijke dienst als uitzendkracht in dat bedrijf heeft gewerkt.

Het uitzendbureau is verder verplicht aan de uitzendkrachten dezelfde lonen en overige vergoedingen (bijvoorbeeld vakantiegeld, overwerkvergoeding etc.) te betalen die aan de werknemers, werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies, in dienst van de inlenende onderneming worden betaald, tenzij de lonen en overige vergoedingen van de uitzendkracht binnen het uitzendbureau bij CAO zijn geregeld of er in het inlenende bedrijf een CAO van kracht is waarin bepalingen zijn opgenomen ten aanzien van lonen en overige vergoedingen voor ingeleende uitzendkrachten.

Het uitzendbureau mag de uitzendkrachten geen verplichtingen of belemmeringen in de weg leggen terzake van het al dan niet aangaan van een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever dan het uitzendbureau. Er mag bijvoorbeeld geen schadevergoedingsbeding in de arbeidsovereenkomst met de uitzendkracht worden opgenomen. De rechter acht schadevergoedingsbedingen tussen uitzendbureau en inlener, die de inlener belemmeren een uitzendkracht in dienst te nemen, niet toegestaan.

9. Handelen in strijd met de landsverordening of de vergunningsvoorwaarden

Indien het uitzendbureau in strijd met de bepalingen van deze landsverordening handelt kan op grond van artikel 9 van de Landsverordening de vergunning van het uitzendbureau worden ingetrokken. Het voeren van een uitzendbureau zonder vergunning is een misdrijf.

Ook kan strafrechtelijk worden opgetreden tegen zowel uitzendbureau als inlener indien en voorzover deze in strijd met de bepalingen van de landsverordening handelen. De sancties op overtreding van de bepalingen van de landsverordening variëren van vrijheidsstraffen van maximaal 2 jaar en/of een geldboete van maximaal Naf. 25.000,-. Een inlener die voor bepaald werk om de twaalf maanden van verschillende uitzendbureaus uitzendkrachten betrekt ten einde de regeling te omzeilen, kan dus strafrechtelijk worden vervolgd!

Het handelen in strijd met de bepalingen van de landsverordening leidt er niet toe dat de inlener met de uitzendkracht een arbeidsovereenkomst aangaat.

Indien inleners draaideur-constructies toepassen, waarbij werknemers om en om uitzendkracht en tijdelijke werknemer zijn, worden deze beschouwd als een voortgezette arbeidsovereenkomst tussen arbeidskracht en bedrijf waarbij loon moet worden doorbetaald door het bedrijf en waarbij de arbeidskracht bij aanvang van het vierde contract of nadat de voortgezette arbeidsovereenkomsten tezamen een periode van 36 maanden hebben overschreden automatisch in vaste dienst treedt bij het (inlenend) bedrijf.

10. Hoe is de situatie op de eilanden Bonaire, St. Maarten, Saba en St. Eustatius?

Zolang de landsverordening op het ter beschikking stellen arbeidskrachten nog niet in werking is getreden voor de andere eilandgebieden, zal er onduidelijkheid heersen over de rechtsverhouding tussen uitzendbureau en uitzendkracht.

In het algemeen wordt aangenomen dat indien iemand zich bij een uitzendbureau inschrijft om uitzendwerk te verrichten, er een voorovereenkomst tot stand komt tussen het uitzendbureau en de uitzendkracht, die bij daadwerkelijke uitzending ingevuld wordt door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.

Deze folder heeft uitsluitend een informatief karakter. Aan de inhoud ervan kunnen geen rechten worden ontleend.